We staan in de pijp krant. Binnen bij Kinderboerderij De Pijp
Een vriend wijst me op het bestaan van Kinderboerderij De Pijp, daar werken vrijwilligers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Misschien is dat iets voor mijn rubriek over organisaties in De Pijp die mensen met uiteenlopende uitdagingen in het leven ondersteunen. Ik woon nu een jaar in De Pijp, loop dagelijks door de buurt, ken ook haar eigenaardigheden steeds beter, zoals een voorgeveltuintje dat is bedekt met kunstgras, maar niets duidt op de aanwezigheid van een kinderboerderij. Hij moet zich vergissen.
Ik google het toch maar en zie dat de kinderboerderij zich op vijf minuten van mijn huis bevindt. Ze houdt zich verscholen tussen een sporthal, kinderopvang, verzorgingstehuis en Hotel Okura. Ik spreek er af met Ilja de Jongh, zij werkt als dierenverzorger en begeleidt daarnaast de vrijwilligers. Dat zijn mensen die re-integreren na bijvoorbeeld een burn-out, expats, vluchtelingen of mensen die naast hun reguliere baan een steentje bij willen dragen aan de maatschappij. Ze duidt het succes van de plek: “Werken op de kinderboerderij is een sociale activiteit en veel mensen komen hier ook om hun hoofd leeg te maken.”
Abe Tuijp is een van de vrijwilligers. Hij is begin twintig en werkt sinds twee jaar op de boerderij. Hij leidt me rond over het erf langs de ganzen en kippen die gemoedelijk rondscharrelen tussen de vaders met peuters. We lopen via de varkensstal, het ezel- en paardenverblijf, de konijnenhokken en de educatieve ruimte naar de schapenweide. Abe verontschuldigt zich dat hij de namen niet goed kan onthouden. Elk dier heeft namelijk een eigen naam, “behalve de vissen”.
Via een oud-klasgenoot is Abe bij de kinderboerderij terechtgekomen. Hij houdt van dieren en nadat zijn twee katten waren overleden, meldde hij zich aan. Als hij op woensdagmiddag aankomt, bekijkt hij een takenlijst in de kantine. Hij kiest een taak, zoals het schoonmaken van de varkensstallen, voert die uit en houdt dan even pauze. Abe vindt het leuk om hier te werken, al is hij niet zo’n fan van schreeuwende kinderen. “Maar dat gebeurt weinig hoor,” zegt hij met een glimlach “of misschien hoor ik die al niet meer.”
Reactie plaatsen
Reacties